Omgaan met grensoverschrijdend gedrag op de werkvloer
De laatste jaren is de aandacht voor grensoverschrijdend gedrag op de werkplek, met inbegrip van seksueel grensoverschrijdend gedrag, aanzienlijk toegenomen. Dit is deels te danken aan de opkomst van de #metoo-beweging. Deze bewustwording heeft positieve effecten gehad, waarbij collega’s zich meer bewust zijn geworden van persoonlijke grenzen en ongewenste interacties. Toch blijft de vraag hoe professionele organisaties dit bewustzijn kunnen omzetten in beleid dat daadwerkelijk een veilige werkomgeving garandeert, en vermijdt dat er een angstcultuur ontstaat.
Grenzen en subjectiviteit
Het begrip ‘grensoverschrijdend gedrag’ is subjectief. Wat voor de ene persoon als normaal wordt beschouwd, kan voor een ander als ongepast of zelfs schokkend worden ervaren. Een ogenschijnlijk onschuldig gebaar, zoals een aanraking op de schouder, kan door de ene persoon worden opgevat als vriendelijk, terwijl de ontvanger dit als een inbreuk op zijn of haar persoonlijke grenzen kan ervaren. Het is van essentieel belang dat we in staat zijn om dergelijke situaties open en respectvol te bespreken.
Het gebrek aan heldere definities van grensoverschrijdend gedrag maakt het echter lastig om gedrag in strikte regels te vatten. Mensen hebben verschillende opvattingen over wat acceptabel is en wat niet, waardoor consensus moeilijk te bereiken is.
Terughoudendheid bij melden
Dit gebrek aan duidelijkheid kan de terughoudendheid van werknemers om ongewenst gedrag aan te kaarten verklaren. Vaak vragen zij zich af: “Was het gedrag dat ik heb ervaren echt grensoverschrijdend? Heb ik me dat ingebeeld? Zou een ander dit ook als problematisch beschouwen?” Dergelijke twijfels kunnen mensen ervan weerhouden om hun ervaringen te delen, uit angst om als klagers te worden gezien of vanwege de overtuiging dat ze hun reactie mogelijk overdrijven.
Schuldgevoel en schaamte kunnen eveneens slachtoffers ontmoedigen om melding te maken van grensoverschrijdend gedrag. Ze kunnen zich afvragen of hun eigen gedrag of kleding aanstootgevend was, of dat ze mogelijk iets verkeerd hebben gedaan. Deze twijfel aan zichzelf kan leiden tot het internaliseren van de verantwoordelijkheid voor het incident, wat schadelijk is voor het slachtoffer.
Daarnaast kan de vrees voor de reactie van de dader of collega’s, en de angst voor mogelijke negatieve gevolgen zoals een verstoorde werksfeer, verlies van baan of gemiste promotiekansen, slachtoffers weerhouden om melding te maken. Dit geldt niet alleen voor onzekere personen, maar ook voor zelfverzekerde werknemers die besluiten om ‘gedoe’ te vermijden.
Een andere voorkomende reden dat dit gedrag niet gemeld wordt is omdat juist een leidinggevende verantwoordelijk is voor het grensoverschrijdende gedrag. Dit zorgt ervoor dat de medewerker het gevoel krijgt dat het nergens steun kan vinden. Vaak is er ook geen (objectief) meldpunt, vaak bij kleinere organisaties, waardoor het slachtoffer nergens heen kan met de klacht. De beste oplossing voor dit laatste probleem is om een onafhankelijk vertrouwenspersoon aan te nemen, waar medewerkers met hun klacht terecht kunnen.
De rol van uitzendbureaus
Ook flexwerkers kunnen te maken hebben met grensoverschrijdend gedrag. Als uitzendbureau sta je vaak op afstand, omdat je niet op de werkvloer aanwezig bent. Om effectief om te gaan met grensoverschrijdend gedrag op de werkplek, kunnen uitzendbureaus aandacht besteden aan de volgende zaken:
Bescherming van slachtoffers: Het is belangrijk dat flexwerkers die ongewenst gedrag melden, zich veilig voelen. Dit betekent dat klachten serieus genomen moeten worden, hulp wordt geboden waar nodig, en dat er onmiddellijk een onderzoek wordt gestart. Probeer hierin te faciliteren als uitzendbureau, ook al heb je een dubbel belang (flexwerker en opdrachtgever).
Aanmoedigen van meldgedrag: Het uitzendbureau moet bevorderen dat het melden van ongewenst gedrag goed is om te doen en waarin ongewenst gedrag duidelijk wordt afgekeurd. Flexwerkers moeten weten dat het juist gewaardeerd wordt als ze problemen aankaarten. Dit dient dan ook te kunnen en moet bekend zijn bij de flexwerker(s). Denk hierbij aan communicatie over dit onderwerp in de arbeidsovereenkomst of andere documentatie.
Duidelijke maatregelen: Als een klacht gegrond is, moeten er op passende maatregelen worden aangedrongen bij de opdrachtgever. Uiteindelijk is het de opdrachtgever die opvolging moet geven aan de klacht. Het eventueel stoppen met uitleen aan de opdrachtgever moet overwogen worden door het uitzendbureau, uiteraard naar gelang de maatregelen die de opdrachtgever treft. tevens kun je als uitzendbureau een artikel opnemen in je opdrachtbevestiging richting de opdrachtgever over de verplichting van het aanbieden van een veilige werkplek. Die veilige werkplek gaat verder dan alleen veiligheid aangaande de werkomstandigheden zoals bijvoorbeeld het aanbieden van persoonlijke beschermingsmiddelen of een hoog-laag bureau. Ook mentale veiligheid is belangrijk.
Vertrouwenspersoon: Zorg voor een toegankelijke en objectieve vertrouwenspersoon. In een ideale situatie is het bespreekbaar kunnen maken verankerd in de cultuur en zou het benaderen van een vertrouwenspersoon de laatste stap moeten zijn.
Respectabel samenzijn
Omgaan met grensoverschrijdend gedrag is een uitdaging voor alle werkgevers! Met duidelijkheid en voortdurende aandacht kunnen organisaties een cultuur creëren waarin verschillen worden geaccepteerd en waarin iedereen zich veilig voelt op de werkplek. Grensoverschrijdend gedrag is een ernstige kwestie die zowel mannen en vooral vaak vrouwen diep treft. Het is belangrijk dat slachtoffers ondersteund worden en gedrag veroordeeld. De emotionele en psychologische gevolgen van grensoverschrijdend gedrag kunnen verwoestend zijn voor het slachtoffer. De impact hiervan kan langdurige effecten hebben op het welzijn van degene die er mee te maken hebben. Veelal is een ziekmelding het gevolg. Dit voorkomen is beter dan ‘genezen’. Een oude wijsheid is daarom belangrijk: behandel anderen zoals jezelf behandeld wilt worden. Dit voorkomt veel schade!