Nieuwe CAO voor uitzendkrachten: De belangrijkste wijzigingen
Vakbonden FNV, CNV Vakmensen en De Unie hebben samen met de ABU en NBBU een principeakkoord bereikt voor de nieuwe CAO Uitzendkrachten. Deze cao geldt van 1 april 2024 tot 6 januari 2025 en bevat belangrijke afspraken over onder andere de huisvesting van arbeidsmigranten, de uitruil van de ET-regeling en de zwaarwerkregeling in de bouw.
Huisvesting arbeidsmigranten
Er zijn nieuwe afspraken gemaakt over de huisvesting van arbeidsmigranten. Vanaf 1 januari 2025 geldt een nieuwe regeling voor het inhouden van huisvestingskosten. Deze zijn gebaseerd op een Prijskwaliteitsysteem (PKS). Arbeidsmigranten betalen maximaal 25% van hun wettelijk minimum uurloon x 40 voor huisvesting. Als het loon te laag is om de volledige huur te verrekenen, vervalt de huurschuld en verrekenen werkgevers deze later niet meer. Voor huisvesting die voldoet aan de SNF-norm vragen verhuurders maximaal 20% van het wettelijk minimum uurloon x 40.
Overige afspraken
De cao bevat ook afspraken over de uitruil van loon voor extraterritoriale kosten, die per 1 januari 2025 veranderen naar een 100/100 ruilvoet. De zwaarwerkregeling uit de cao Bedrijfstakeigen Regelingen (BTER) Bouw & Infra 2021-2025 wordt eveneens per 1 januari 2025 opengesteld voor uitzendkrachten die aan de voorwaarden voldoen.
Daarnaast wordt het pensioenakkoord van 7 november 2023 in de cao vastgelegd. Werkgevers betalen 15,9% premie en uitzendkrachten 7,5% vanaf 1 januari 2026. Een onduidelijk artikel over de transitievergoeding is verduidelijkt: uitzendkrachten kunnen binnen 12 maanden na beëindiging van hun overeenkomst de transitievergoeding vorderen als deze niet of niet volledig is betaald.
Toekomstige onderhandelingen
Na akkoord op dit principeakkoord starten de onderhandelingen voor de cao van 2025. Hierin moeten afspraken worden gemaakt over de gelijkwaardigheid van alle essentiële en een deel van de niet-essentiële arbeidsvoorwaarden. De nieuwe cao brengt veranderingen met zich mee die belangrijke gevolgen kunnen hebben voor de uitzendbranche. Vooral de aangepaste regels voor huisvesting en de pensioenbijdragen kunnen impact hebben op de kostenstructuur van uitzendbureaus.