Rechtbank ziet werkers Temper als ZZP’ers niet uitzendkrachten

De rechtbank in Amsterdam heeft onlangs bepaald dat mensen die via het platform Temper werken, niet als uitzendkrachten maar als zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) worden beschouwd. De vakbonden FNV en CNV verloren hiermee een rechtszaak die zij hadden aangespannen, waarin zij beweerden dat deze werkkrachten schijnzelfstandig zijn.

Werkenden Temper zijn geen uitzendkrachten

Temper biedt werk in sectoren zoals horeca, retail en logistiek. Volgens de vakbonden zouden deze werkkrachten onder de cao voor uitzendkrachten moeten vallen. De rechter oordeelde echter dat er geen formeel werkgeversgezag is vanuit Temper en dat het platform niet de betalingen aan de werkenden verzorgt; dit doen de opdrachtgevers. Bovendien is er geen verplichting voor de werkenden om de klussen zelf uit te voeren; zij kunnen deze door anderen laten doen zonder toestemming van Temper.

Gevolgen voor de uitzendbranche?

De uitspraak dat werkenden voor Temper zzp’ers zijn en geen uitzendkrachten, kan grote gevolgen hebben voor de uitzendbranche. Uitzendbureaus krijgen mogelijk te maken met toenemende concurrentie van platformen die zzp-constructies aanbieden. Wat uiteindelijk kan leiden tot een verschuiving van werkenden naar deze platformen vanwege de geboden autonomie en flexibiliteit.

Wat te doen?

Uitzendbureaus kunnen de gevolgen van toenemende concurrentie van zzp-platformen als Temper opvangen door hun diensten aan te passen en meer flexibiliteit en autonomie te bieden. Dit omvat flexibele roosters, verbeterde arbeidsvoorwaarden. Daarnaast is samenwerking met backoffice ondernemers om hybride modellen te ontwikkelen een goede optie. Transparante communicatie over de voordelen van werken via een uitzendbureau, zoals zekerheid van inkomen en cao-bescherming, is onmisbaar. Daarnaast kunnen uitzendbureaus investeren in moderne uitzendsoftware, ondersteuning en training om de vaardigheden en inzetbaarheid van werkenden te vergroten.