Hoge Raad bevestigt: inlogtijd is werktijd en moet worden betaald

Na een lange juridische strijd bepaalde de Hoge Raad definitief dat inlogtijd als werktijd geldt en betaald moet worden. Deze uitspraak volgt op eerdere beslissingen van de kantonrechter en het gerechtshof. Waarmee de zaak nu onherroepelijk is afgesloten. Wat betekent dit voor de uitzendbranche?

Achtergrond van de zaak

De medewerker beschouwde de verplichte inlogtijd als werktijd en vond dat deze betaald moest worden. De kwestie begon toen een voormalig medewerker van een callcenter een claim indiende voor achterstallig loon over een periode van vier jaar. De werknemer moest dagelijks tien minuten voor aanvang van zijn dienst aanwezig zijn om de systemen op te starten. De werkgever verplichtte deze vroege aanwezigheid, zodat de werknemer op tijd aan zijn werk kon beginnen.

Het callcenter weigerde dit echter en stelde dat de werknemer in die tijd geen werkzaamheden verrichtte, maar slechts aanwezig moest zijn. Volgens de werkgever kon de werknemer deze tijd gebruiken voor persoonlijke zaken, zoals het drinken van koffie of een toiletbezoek, en viel dit dus niet onder werktijd.

Oordeel van de rechters

Zowel de kantonrechter als het gerechtshof waren het niet eens met het verweer van de werkgever. Beide oordeelden dat de inlogtijd een verplichte aanwezigheid inhield, wat betekent dat de werknemer tijdens die tijd beperkt was in zijn vrijheid. Omdat de werknemer aanwezig moest zijn op de werkplek en zich voorbereidde op de dienst, geldt deze periode als werktijd.

Het callcenter ging nog in cassatie bij de Hoge Raad, maar zonder succes. De hoogste rechter bevestigde het oordeel van het gerechtshof zonder verdere motivatie, waarmee vaststaat dat inlogtijd als betaalde arbeidstijd geldt.

Gevolgen voor de arbeidsmarkt

Deze uitspraak heeft belangrijke implicaties voor werkgevers en werknemers. Het is vooral belangrijk in sectoren waar medewerkers verplicht zijn om voor aanvang van hun dienst aanwezig te zijn voor het opstarten van systemen of andere voorbereidende werkzaamheden. Werkgevers moeten er nu rekening mee houden dat elke vorm van verplichte aanwezigheid voorafgaand aan de officiële werktijd als betaalde arbeidstijd geldt.

Voor intercedenten en uitzendbureaus betekent dit dat zij zorgvuldig moeten kijken naar de arbeidsvoorwaarden van flexwerkers en kandidaten. Het is belangrijk om in contracten en communicatie met opdrachtgevers duidelijk vast te leggen welke tijd als werktijd wordt gezien, om zo juridische problemen te voorkomen. Bij het selecteren van uitzendsoftware is het belangrijk om te letten op de mogelijkheid om werktijd nauwkeurig te registreren, zodat deze regels correct nageleefd worden.

Is dit een goede ontwikkeling voor uitzendbureaus?

De uitspraak brengt duidelijkheid in een jarenlang juridisch debat. Voor uitzendbureaus biedt dit kansen om hun dienstverlening aan te scherpen. Daarnaast kunnen ze beter in spelen op de behoeften van zowel werkgevers als werknemers. Het correct naleven van de regels omtrent werktijd versterkt de positie van flexwerkers en voorkomt onduidelijkheid over loonbetalingen.

Hoewel deze uitspraak voor sommige werkgevers een aanpassing in hun werkwijze vereist, kan het naleven van deze regelgeving zorgen voor een betere werkrelatie. Voor uitzendbureaus ligt er een taak om klanten te adviseren over deze nieuwe realiteit. Daarnaast moeten ze ervoor zorgen dat flexwerkers eerlijk werken volgens de wettelijke verplichtingen.