Toch akkoord EU-landen voor verbetering van rechtsbescherming voor maaltijdbezorgers en andere platformwerkers
De lidstaten van de Europese Unie hebben onlangs ingestemd met de Europese wet die tot doel heeft de rechtsbescherming van maaltijdbezorgers en Uber-chauffeurs, te verbeteren. Deze overeenkomst van de EU is bedoeld om schijnzelfstandigheid tegen te gaan en bevat specifieke bepalingen over de status van platformwerkers als freelancer of vaste werknemer.
Maatregelen om werkers te beschermen
Naast de definities van de arbeidsrelaties regelt de wet ook maatregelen om te voorkomen dat werkers via algoritmes worden aangestuurd. Dit houdt in dat bijvoorbeeld een fitte fietser niet automatisch de verre bezorgklussen krijgt toegewezen.
Bezwaren EU landen
In december leek het erop dat het wetsvoorstel voortgang zou maken, maar vorige maand werd het plotseling van tafel geveegd. Sommige EU-landen hadden bezwaren geuit tegen de eerdere versie vanwege verschillende interpretaties van het begrip ‘werknemer’. Het huidige wetsvoorstel voorziet erin dat alle EU-landen een eigen definitie van ‘werknemer’ in hun wetgeving opnemen.
Bij de recente stemming bleef Frankrijk de grootste tegenstander. Estland, dat zich eerder had onthouden van stemming, stemde nu voor, waardoor er toch een akkoord rechtsbescherming voor platformwerkers is ontstaan.
Toch akkoord rechtsbescherming platformwerkers
“Ik ben verheugd voor alle platformwerkers, van Uber tot Bolt en Helpling, die al die tijd in onzekere omstandigheden maaltijden hebben bezorgd en taxi’s hebben gereden”, zegt de Nederlandse Europarlementariër Agnes Jongerius van de PvdA. “Ze krijgen nu meer rechten en duidelijkheid. De lidstaten hebben een juiste keuze gemaakt: voor werknemers en voor eerlijke concurrentie.”
Voorstel is afgezwakte versie
Volgens vakbond FNV is het goedgekeurde voorstel een afgezwakte versie, maar het is nog steeds een stap vooruit. “Bedrijven klaagden dat er tot nu toe een grijs gebied was in de wetgeving over de inzet van dit personeel. Dit voorstel kan dat verduidelijken”, aldus FNV-bestuurder Anja Dijkman.
Het is nog onduidelijk wanneer de wet van kracht wordt. Het Europees Parlement moet nog over dit compromis stemmen. Na goedkeuring door het Europarlement hebben de EU-lidstaten twee jaar de tijd om de afspraken in hun nationale wetgeving op te nemen.